Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992, meer bepaald de artikelen 464 tot en met artikel 470/2;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de heffing van alle rendabele belastingen vergt;
Gelet op het proces-verbaal van onderzoek, waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Art. 1. - Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van dit aanslagjaar.
Art. 2. - De belasting wordt vastgesteld op 8 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het jaar, dat vooraf ging aan het aanslagjaar.
Art. 3. - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Art. 4. - Deze verordening wordt naar het Agentschap voor Binnenlands Bestuur verstuurd en aan de Federale Overheidsdienst Financiën, Stafdienst Beleidsexpertise en –ondersteuning, Studiedienst, t.a.v. mevr. Anneliese D’haeseleer, North Galaxy – Toren B6, Koning Albert II-laan 33, bus 22, 1030 Brussel.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en wijzigingen;
Overwegende dat wegens veranderde huisvestingsnormen en leefgewoonten de globale zorg voor het leefmilieu steeds zwaardere financiële eisen stelt;
Overwegende dat de openbare reinigingsdienst jaarlijks steeds grotere uitgaven vergt voor de gemeente, onder meer door milieuheffingen op het verwerken van afval;
Overwegende dat de selectieve huisvuilophaling, de werking van het diftarpark,… bijkomende kosten meebrengt;
Overwegende dat een bijdrage van de burgers en de bedrijven noodzakelijk en billijk is;
Overwegende dat het aldus wenselijk is een algemene milieubelasting in te voeren;
Gelet op het proces-verbaal van onderzoek de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn van 1 jaar eindigend op 31 december 2023, wordt ten voordele van de gemeente, een jaarlijkse directe algemene milieubelasting geheven.
Art. 2. - Deze belasting is ten laste van:
Art. 3. - Onder gezin wordt verstaan:
Art. 4. - De belasting bedraagt:
Art. 5. - De referentiepersoon, die blijkens een attest van het OCMW op de 1ste dag van de maand van het versturen van het aanslagbiljet, 3 maanden leefloon of steun gelijklopend aan het leefloon geniet(en) word(t)(en) vrijgesteld.
Art. 6. - Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting kan vastgesteld en ingekohierd worden op naam van één van de gezinsleden, met dien verstande dat alle gezinsleden hoofdelijk en solidair de belasting verschuldigd zijn.
Art. 7. - De belasting wordt berekend per kalenderjaar. Elk begonnen jaar is volledig verschuldigd, met dien verstande dat de op 1 januari bestaande toestand in aanmerking wordt genomen.
Art. 8. - De belasting is in éénmaal eisbaar en betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9. - De invordering van de belasting en de bezwaarprocedure wordt geregeld door het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 10. - De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Overeenkomstig artikel 3.6.0.0.1. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, kan de belastingschuldige bij een materiële vergissing ontheffing aanvragen binnen vijf jaar vanaf 1 januari waarin de belasting is gevestigd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Art. 11. - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 12. - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Gelet op artikel 170, §4, van de Grondwet;
Gelet op artikel 464/1, 1°, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op het proces-verbaal van onderzoek, waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Art. 1. - Voor het aanslagjaar 2023 worden 1134 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
Art. 2. - De invordering van deze gemeentelijke belasting zal gebeuren door toedoen van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst van het beleidsdomein Financiën en Begroting van de Vlaamse Overheid.
Art. 3. - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur via het Loket voor Lokale Besturen.
Gelet op het decreet van 9 juli 2021;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en wijzigingen;
Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, afgekort als DGPB;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat de gemeente het wenselijk acht om potentiële woonlocaties vrij te maken en om grondspeculatie tegen te gaan;
Overwegende dat het wenselijk is om realiseerbare onbebouwde gronden en onbebouwde kavels te activeren in de gemeente;
Overwegende dat de invoering van een activeringsheffing de gemeente toelaat om de eigenaars van die gronden en kavels daartoe aan te sporen;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Raadslid Ward Gillis merkt op dat er een belastingverhoging is, niet enkel een aanpassing aan de ABEX-index;
Art. 1. - Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Art. 2. - Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een hoofdgebouw erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Art. 3. - Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen.
Art. 4.
§1. De activeringsheffing is verschuldigd door de personen die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar zijn van de bouwgrond of kavel. Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder.
§2. Zo er meerdere heffingsplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.
Art. 5.
§1. Het bedrag wordt vastgesteld op € 20 per strekkende meter, lengte van de bouwgrond of kavel palende aan de openbare weg, evenwel met een minimale heffing van € 200 per bouwgrond of kavel.
§2. Wanneer een perceel aan twee of meer straten paalt, zal de grootste perceellengte langs een van die straten als grondslag van de belastingberekening in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de perceellengten in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.
§3. De bedragen, vermeld in §1 zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van januari 2023. Ze worden jaarlijks op 01 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand januari.
Art. 6. - Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld, in afwijking van het grond- en pandendecreet en enkel in dit reglement van toepassing:
Art. 7. - De activeringsheffing wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:
Art. 8. - Een vrijstelling wordt verleend aan de houders van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en dit gedurende vijf jaren, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk, wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het attest, vermeld in art. 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, desgevallend voor die fase van de verkavelingsvergunning waarvoor het attest wordt verleend.
Art. 9. - Benevens de vrijstellingen, verleend bij of krachtens deze afdeling, geldt onverkort de algemene onbelastbaarheid van de Staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en de gemeenten voor wat betreft goederen van het openbaar domein en van goederen van het privaat domein die voor een dienst van openbaar nut worden aangewend.
Art. 10. - De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Art. 11. - Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 12. - De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De verwijlintresten zullen worden toegepast en berekend overeenkomstig de regelen, geldend voor de directe rijksbelastingen.
Art. 13. - De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Overeenkomstig artikel 3.6.0.0.1. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, kan de belastingschuldige bij een materiële vergissing ontheffing aanvragen binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd - zie hoofdstuk 6 van Vlaamse Codex Fiscaliteit. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Art. 14. - Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Gelet op het decreet van 9 juli 2021;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en wijzigingen;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat de gemeente het wenselijk acht om een belasting op de onbebouwde bouwgronden die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in een industriegebied en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust;
Overwegende dat de invoering van een activeringsheffing de gemeente toelaat om de eigenaars van die gronden en kavels aan te sporen om deze gronden te activeren;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Art. 1. - Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Art. 2. - Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een hoofdgebouw erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Art. 3. - Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de onbebouwde bouwgronden en kavels.
Art. 4.
§1. De activeringsheffing is verschuldigd door de personen die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar zijn van de onbebouwde industriegrond of -kavel. Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder.
§2. Zo er meerdere heffingsplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.
Art. 5.
§1. Het bedrag wordt vastgesteld op € 20 per strekkende meter, lengte van de bouwgrond of kavel palende aan de openbare weg, evenwel met een minimale heffing van € 200 per bouwgrond of kavel.
§2. Wanneer een perceel aan twee of meer straten paalt, zal de grootste perceellengte langs een van die straten als grondslag van de belastingberekening in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de perceellengten in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.
§3. De bedragen, vermeld in §1 zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van januari 2023. Ze worden jaarlijks op 01 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand januari.
Art. 6. - Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:
Art. 7. – De activeringsheffing wordt niet geheven op onbebouwde industriegronden, die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:
Art. 8. - Benevens de vrijstellingen, verleend bij of krachtens deze afdeling, geldt onverkort de algemene onbelastbaarheid van de Staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en de gemeenten voor wat betreft goederen van het openbaar domein en van goederen van het privaat domein die voor een dienst van openbaar nut worden aangewend.
Art. 9. - De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Art. 10. - Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 11. - De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De verwijlintresten zullen worden toegepast en berekend overeenkomstig de regelen, geldend voor de directe rijksbelastingen.
Art. 12. - De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Overeenkomstig artikel 3.6.0.0.1. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, kan de belastingschuldige bij een materiële vergissing ontheffing aanvragen binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd - zie hoofdstuk 6 van Vlaamse Codex Fiscaliteit. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Art. 13. - Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Art. 14. – Deze heffing treedt in voege op 1 januari 2023.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie – en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning met latere wijzigingen en haar bijlagen;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Art. 1. - Belastbaar feit
§1. Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de meldingen en aanvragen bedoeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
§2. Er wordt voor het aanslagjaar 2023 ook een gemeentebelasting gevestigd op aanvragen tot inlichtingen die enig opzoekingswerk vereisen zoals opgesomd onder artikel 3.
Art. 2. - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de inlichtingen, de vergunning of de melding en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of exploitant.
Art. 3. - Bedrag van de heffing voor inlichtingen met enig opzoekingswerk
§1. Er wordt een belasting gevestigd op de aanvragen van volgende inlichtingen die enig opzoekingswerk vereisen:
Alle vereiste vastgoedinformatie en/of milieu – informatie betreffende één volledig dossier | € 60 |
Uittreksel uit het plannenregister of het vergunningenregister betreffende één volledig dossier | € 50 |
Informatie inzake bodemonderzoek en – sanering | € 30 |
Informatie voor het opstellen van MER – rapport | € 75 |
§2. In uitvoering van bovenstaande wordt onder één volledig dossier verstaan: alle noodzakelijke informatie betreffende één perceel of verschillende percelen, op voorwaarde dat deze aan elkaar grenzen zonder onderbreking en dat deze in handen zijn van dezelfde eigenaar(s).
Art. 4. - Bedrag van de heffing voor meldingen en aanvragen bedoeld in het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening of het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Art. 4.1. - Belasting per dossiertype
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belastingen die worden gevestigd op de meldingen en aanvragen bedoeld in:
Gemeente is |
Vlaamse overheid of provincie West–Vlaanderen is vergunning-verlenende overheid |
|
Melding van
|
|
|
Aanvraag vergunning via de eenvoudige
Bijkomend vast recht per bijkomende |
|
|
Aanvraag vergunning via de gewone procedure
Bijkomend vast recht per bijkomende |
+ € 25 |
|
Aanvraag tot het verkavelen van gronden Bijkomend vast recht per lot opgenomen in |
€ 150 + € 25/lot |
|
Aanvraag tot het bijstellen van de Bijkomend vast recht per lot opgenomen in |
€ 150 |
|
Aanvraag tot omzetting milieuvergunning naar permanente omgevingsvergunning | € 100 | |
Omzetting van omgevingsvergunning na klasseverhoging door wijziging van de indelingslijst |
€ 50 | |
Melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit |
€ 50 | |
Aanvraag van een stedenbouwkundig attest | € 50 | |
Aanvraag van een planologisch attest | € 250 | € 250 |
Aanvraag voor het organiseren van een projectvergadering | € 100 | |
Aanvraag voor het bijstellen van milieuvoorwaarden | € 150 |
Art. 4.2. - Bijkomende belasting per procedurestap
Indien onderstaande opdrachten moeten worden uitgevoerd binnen een bepaalde procedure, worden de bedragen die vermeld zijn onder art. 4.1 verhoogd per bijkomende procedurestap:
Digitaliseren van analoog ingediende dossiers | € 75 |
Administratieve lus of hernemen van procedurestap naar aanleiding van adviezen of opmerkingen geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek of naar aanleiding van een fout of wijziging in hoofde van de aanvrager |
€ 30 |
Organiseren van een informatievergadering | € 100 |
Art. 5. - Vrijstellingen
Er is vrijstelling van belasting voor:
Art. 6. - Invordering
Het bedrag moet uiterlijk 1 maand na verzending van het betalingsverzoek worden betaald. Indien het bedrag niet wordt betaald binnen de vooropgestelde termijn, wordt de belasting ingevorderd door middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen en later wijzigingen.
Art. 7. - Bezwaar
§1. De belastingschuldige kan tegen de belasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wil uitgenodigd worden op de hoorzitting moet dit in het bezwaarschrift worden gevraagd.
§2. De indiening moet gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de datum van de contante inning.
§3. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Art. 8. - Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur en wordt verzonden aan de gouverneur overeenkomstig art. 330 van het decreet lokaal bestuur.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) van 17 februari 2012, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de gemeente inzake de ophaling van huishoudelijk afval is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging MIROM Roeselare;
Gelet op het voorstel van tarievenlijst afvalverwerking vanwege Mirom, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 13 december 2022;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Raadslid Gert-Jan Hovaere vraagt of het mogelijk is dat de verbruiker betaalt en dat niet met vrijstelling gewerkt wordt?
Schepen Sherley Beernaert neemt de vraag mee naar Mirom;
Art. 1. – Voor een periode ingaand op 01 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 wordt een retributie geheven op het gebruik van het recyclagepark.
Art. 2. – De toegang gebeurt verplicht door aanmelding met de eID of badge, volgens de voorwaarden zoals bepaald in het aanvoerreglement van het recyclagepark.
Art. 3. – Er wordt een onderscheid gemaakt tussen afvalstoffen die steeds gratis zijn, betalende afvalstoffen met vrijstelling en betalende afvalstoffen zonder vrijstelling.
Art. 3.1. – Volgende afvalstoffen zijn steeds gratis (groene groep):
Fractie |
AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparaten) |
Elektriciteitskabels |
Frituurolie (niet toegelaten voor KMO’s en zelfstandigen) |
Klein Gevaarlijk Afval (niet toegelaten voor KMO’s en zelfstandigen) |
TL-lampen (niet toegelaten voor KMO’s en zelfstandigen) |
Hol Glas (bokalen, flessen) |
Metalen |
Papier en karton |
PMD (verplicht in PMD-zak) |
Textiel |
Kurken (inzameling via Mariënstede) |
Matrassen |
Art. 3.2. – Volgende afvalstoffen zijn betalend maar met vrijstelling (oranje groep):
Fractie |
Retributie* particulieren (excl. btw) |
Retributie* badgegebruiker (excl. btw) |
Asbestcement |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 200/ton |
€ 200/ton |
Gipsafval |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2.000 kg: € 145/ton |
€ 145/ton |
Harde Plastics/PVC |
1 000 k g - 2 000 kg: € 25/ton >2.000 kg: € 270/ton |
€ 270/ton |
Houtafval |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 75/ton |
€ 75/ton |
Niet recycleerbaar afval (let wel: geen aarde!) |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 110/ton |
€ 110/ton |
Aarde |
1.000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 40/ton |
€ 40/ton |
Piepschuim los |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 135/ton |
€ 135/ton |
Piepschuim in 1500L-zakken |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 1,35/zak |
€ 1,35/zak |
Steenpuin |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 25/ton |
€ 25/ton |
Tuinafval |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 50/ton |
€ 50/ton |
Zuiver vlak glas (vensterglas) |
1 000 kg - 2 000 kg: € 25/ton >2 000 kg: € 55/ton |
€ 55/ton |
*prijzen geldig in het lopende kalenderjaar
Art. 3.3. – Volgende afvalstoffen zijn betalend zonder vrijstelling (rode groep):
Fractie |
Retributie* Particulieren (excl. btw) |
Retributie* Badgegebruiker (excl. btw) |
Brandbaar grofvuil |
€ 200/ton |
€ 215/ton |
Art. 4. – Er geldt een vrijstelling, voor de aanvoer van afvalstoffen uit de oranje groep, ten belope van 1 000 kg/gezin/jaar. Eens de vrijstelling is opgebruikt kan er nog eens 1 000 kg/gezin/jaar worden aangebracht tegen een basistarief van 25 €/ton. Eens dit is opgebruikt dienen de aangevoerde afvalstoffen betaald te worden aan de tariefprijs, zoals vastgelegd in art. 3.2.
Art. 4.1. – De vrijstelling is enkel van toepassing voor volgende categorieën:
Art. 4.2. – De vrijstelling geldt niet voor:
Art. 4.3. – De vrijstelling geldt per gezin. De leden van het gezin zijn de natuurlijke personen die eenzelfde referentiepersoon hebben in het rijksregister.
Art. 4.4. – De vrijstelling geldt voor het lopende kalenderjaar en kan niet worden overgedragen naar het volgend jaar.
Art. 4.5. – Bij wijziging van de gezinssamenstelling blijft de vrijstelling toegewezen aan de referentiepersoon. Nieuwe referentiepersonen krijgen een vrijstelling pro rata het resterende jaar (naar boven afgerond op twaalfden).
Art. 5. – Bij elke weegcyclus wordt er een minimum nettogewicht van 5 kg in rekening gebracht.
Art. 6. – De afvalstoffen worden gewogen op een geijkte weegbrug, waarvan het weegresultaat niet kan worden betwist. De weegbrug heeft een nauwkeurigheid van 5 kg voor het weegbereik tot 15 000 kg en 10 kg voor het weegbereik vanaf 15 000 kg tot 30 000 kg.
Art. 7. – Bij het overschrijden van de tweede vrijstelling wordt de aanvoer verrekend aan het basistarief.
Art. 8. – Het gemeentebestuur Moorslede wordt gemachtigd om de verschuldigde retributie te innen. Het bedrag wordt ter plaatse betaald aan de betaalzuil. Dit kan met bancontact of met munten (vanaf 5 eurocent). De betaalautomaat geeft geen geld terug. Het saldo wordt bijgehouden op rekening van de aanvoerder. Bij een volgende betaling wordt het saldo in mindering gebracht.
Art. 9. – In het geval dat de bezoeker in de onmogelijkheid verkeert onmiddellijk te betalen, wordt de toegang tot het park ontzegd aan de leden van het gezin van de desbetreffende bezoeker en/of aan de gebruiker van de badge tot na ontvangst van de betaling. Het openstaand saldo dient vereffend te worden aan de betaalzuil binnen de 14 kalenderdagen. Bij niet betaling binnen de 14 dagen, volgt er een aanmaning. Na 1 maand volgt een 2e aanmaning en worden er € 10 administratiekosten aangerekend. Indien nog niet betaald wordt, kan de gemeente een administratieve invordering starten.
Art. 10. – Bij overlijden van een referentiepersoon, hebben de nabestaanden recht om tot 90 dagen na het overlijden het recyclagepark te gebruiken, en dit met overname van de eventuele vrijstellingen en saldo’s.
Art. 11. – De KMO-badge kost € 10/stuk.
Art. 12. – Indien door een defect aan de DIFTAR-toestellen de weging of betaling niet kan afgewerkt worden, zal in de mate van het mogelijke de schuld worden bijgehouden zodat het bij een volgend bezoek kan verrekend worden. Indien de schuld niet kan bepaald worden, worden de betrokken bezoekers vrijgesteld van betaling.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) van 17 februari 2012, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de gemeente inzake de ophaling van huishoudelijk afval aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Mirom Roeselare;
Gelet op het voorstel van tarievenlijst afvalverwerking vanwege Mirom, zoals goedgekeurd door de raad van bestuur op 13 december 2022;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Raadslid Ward Gillis betreurt de prijsverhoging van het compostvat en vraagt om dit mee te nemen naar de vergadering van Mirom;
Art. 1. - Voor een periode ingaande 01 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 worden de tarieven van Mirom op:
Verbrandingsprijzen excl btw |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
Huisvuil leden |
€ 85,69 |
ton |
|
Gemeentelijk zwerfvuil |
€ 85,69 |
ton |
|
Brandbaar afval recyclageparken |
€ 85,69 |
ton |
|
Brandbaar afval kmo's, organisaties en particulieren |
€ 114,02 |
ton |
|
Hoogcalorisch afval (bv. polyestyreen, isomo) |
€ 132,04 |
ton |
|
Brandbaar afval kmo's, organisaties en particulieren (groot form) |
€ 149,00 |
ton |
|
Milieuheffing |
€ 15,55 |
ton |
raming |
Ophaling excl btw |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
tab (tuinafvalbak) waarborg 180L (éénmalig) |
€ 27 |
bak |
|
tab waarborg 240 l (éénmalig) |
€ 32 |
bak |
|
tab waarborg 1 000 l (éénmalig) |
€ 136 |
bak |
|
tab 24 beurten - 180 l - 1e bak |
€ 81 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 240 l – 1e bak |
€ 95 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 280 l- 1e bak |
€ 101 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 1 000 l -1e bak |
€ 373 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 180 l - 2e bak |
€ 45 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 240 l – 2e bak |
€ 55 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 280 l - 2e bak |
€ 60 |
per jaar |
|
tab 24 beurten - 1 000 l - 2e bak |
€ 302 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 180 l - 1e bak |
€ 120 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 240 l – 1e bak |
€ 140 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 280 l - 1e bak |
€ 149 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 1 000 l - 1e bak |
€ 553 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 180 l - 2e bak |
€ 65 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 240 l – 2e bak |
€ 80 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 280 l - 2e bak |
€ 89 |
per jaar |
|
tab 35 beurten - 1 000 l - 2e bak |
€ 448 |
per jaar |
|
ophaling container stopzetting |
€ 12,50 |
|
|
reiniging vuile tab-container bij stopzetting |
€ 5 |
|
|
Afvalzakken : retributie |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
Restafvalzak 60 liter (particulier, kmo en gemeentelijk afval) |
€ 1,70 |
zak |
|
restafvalzak 30 liter (particulier) |
€ 0,85 |
zak |
|
PMD-zak 60 liter |
€ 0,15 |
zak |
|
PMD-zak 120 liter (scholen en verenigingen) |
€ 0,25 |
zak |
|
Asbestzak (groot) |
€ 2,50 |
zak |
|
Asbestzak (klein) |
€ 1,50 |
zak |
|
Peukentasjes |
€ 1,00 |
stuk |
|
Evenementen excl. btw |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
evenementencontainer (12 rolcontainers restafval inbegrepen) |
€ 75 |
container |
|
evenementencontainer, vanaf 13de rolcontainer restafval |
€ 7 |
volle rolcontainer |
|
verlies of beschadiging van een rolcontainer |
€ 60 |
rolcontainer |
|
beschadiging glasbol |
€ 1 250 |
maximum |
|
verloren rit evenementencontainer |
€ 100 |
container |
|
Niet-naleven van een afspraak uit het reglement |
€ 72,60 |
|
|
Huren lege rolcontainer (rest-PMD-P&K) |
€ 5,00 |
|
|
Volle restafvalzak (240 l) |
€ 7,40 |
|
|
Volle PMD-zak (240 l) |
€ 2,00 |
|
|
Volle container P&K |
€ 2,00 |
|
|
Huur beker 25/33 incl. wassen |
€ 0,10 |
stuk |
|
Huur drankkaraf incl. wassen |
€ 0,20 |
stuk |
|
Huur beker bier incl. wassen |
€ 0,20 |
stuk |
|
Huur beker wijn incl. wassen |
€ 0,20 |
stuk |
|
Huur beker cava incl. wassen |
€ 0,20 |
stuk |
|
Huur beker warme drank incl. wassen |
€ 0,20 |
stuk |
|
Ontbrekende opbergdoos |
€ 30,00 |
stuk |
|
Ontbrekende beker 25/33 cl |
€ 0,50 |
stuk |
|
Ontbrekende special beker |
€ 2,00 |
stuk |
|
Extra kost vervuilde beker |
€ 0,10 |
stuk |
|
Extra kost beker te laat terug |
€ 0,10 |
stuk |
|
Extra waskost extreem vervuilde beker |
€ 0,25 |
stuk |
|
Extra transport bekers |
€ 60,00 |
extra rit |
|
Composteren: retributie |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
compostvat |
€ 40,00 |
stuk |
|
beluchtingsstok |
€ 7,00 |
stuk |
|
deksel compostvat |
€ 9,00 |
stuk |
|
bodemplaat compostvat |
€ 7,50 |
stuk |
|
schuif compostvat |
€ 6,00 |
stuk |
|
lichaam voor compostvat (zonder bodemplaat) |
€ 18,75 |
stuk |
|
keukenemmer |
€ 6,00 |
stuk |
|
compostbak basismodule |
€ 85 |
stuk |
|
compostbak uitbreidingsmodule |
€ 60 |
stuk |
|
compostbak wisselstuk: HH100 |
€ 10,00 |
stuk |
|
compostbak wisselstuk: HP 100 |
€ 5,00 |
stuk |
|
compostbak wisselstuk: HP 120 |
€ 6,00 |
stuk |
|
compostbak wisselstuk: E 120 |
€ 4,00 |
stuk |
|
compostbak wisselstuk: H-afstandshouder |
€ 1,50 |
stuk |
|
Grof tuinafval aan huis |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
Groenafval max. 7 m³ |
€ 68 |
per ophaling |
|
Groenafval extra m³ |
€ 10,00 |
per m³ |
|
Groenafval (verloren rit) |
€ 17,00 |
per rit |
|
Asbest aan huis |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
in containers (tot 2 stuks) |
€ 170 |
per container |
Incl. 2 sets PBM |
in platenzak (eerste) |
€ 30 |
per zak |
Incl. 2sets PBM |
in platenzak (tweede tot zesde) |
€ 20 |
per zak |
|
PBM's (persoonlijke beschermingsmiddelen (2 sets gratis per aanvraag) |
€ 10 |
per extra set |
|
Verloren rit ophaling container |
€ 100 |
container |
|
Boete wegens non-conformiteit container |
€ 500 |
container |
|
Boete wegens non-conformiteit zakken |
€ 100 |
zak |
|
Grof vuil aan huis |
Prijs 2023 |
|
Opm. 2023 |
Administratiekost |
€ 5 |
|
per ophaling |
Verwerking: afh. van materiaal, prijs in €/stuk volgens onderstaande lijst: |
|
|
|
Accordeondeur |
€ 4,00 |
|
|
Achterwand bed |
€ 4,00 |
|
|
Achterwand kleerkast |
€ 2,50 |
|
|
Afvoerbuis (plastiek) |
€ 2,50 |
|
|
Aquarium |
€ 4,00 |
|
|
Autozetel (enkel) |
€ 5,50 |
|
|
Badkamerkastje |
€ 3,00 |
|
|
Badkuip |
€ 9,00 |
|
|
Badkuip (polyester of gietijzer) |
€ 9,00 |
|
|
Barbecue (niet gas) |
€ 4,00 |
|
|
Barkast |
€ 7,50 |
|
|
Beautycase |
€ 2,00 |
|
|
Bed in ijzer (zonder matras) |
€ 4,50 |
|
|
Bed zonder matras |
€ 4,00 |
|
|
Betonmolen |
€ 9,50 |
|
|
Bijzettafel / roltafel |
€ 2,00 |
|
|
Bloembak (ijzer) |
€ 2,00 |
|
|
Bloempot |
€ 2,00 |
|
|
Boekenkast |
€ 4,00 |
|
|
Boekenrek |
€ 2,00 |
|
|
Borstelstok |
€ 2,00 |
|
|
Boxspring (omkadering + matrasbodem) |
€ 7,50 |
|
|
Boxspring met poten en hoofdbord |
€ 20,00 |
|
|
Brommer (excl brandstof) |
€ 12,00 |
|
|
Buis (metaal) |
€ 4,00 |
|
|
Bureau |
€ 9,50 |
|
|
Bureau (ijzer) |
€ 18,00 |
|
|
Bureaublad |
€ 6,00 |
|
|
Bureaustoel |
€ 2,50 |
|
|
Clubzetel |
€ 5,50 |
|
|
Computertafel |
€ 4,00 |
|
|
Crosstrainer |
€ 5,50 |
|
|
Curverbox (leeg) |
€ 2,00 |
|
|
Deur met glas |
€ 9,00 |
|
|
Deur-binnendeur |
€ 4,00 |
|
|
Dossierkast (ijzer) |
€ 8,50 |
|
|
Douchedeur |
€ 4,00 |
|
|
Douchecabine |
€ 11,00 |
|
|
Douchewanden (acryl) |
€ 4,00 |
|
|
Dressoir |
€ 7,50 |
|
|
Dressoirkast met glazen ramen |
€ 9,50 |
|
|
Droogrek |
€ 4,00 |
|
|
Expansievat |
€ 4,00 |
|
|
Fiets |
€ 4,00 |
|
|
Fietsrek |
€ 2,00 |
|
|
Frigobox |
€ 2,00 |
|
|
Glazen tafelblad |
€ 12,00 |
|
|
Glijbaan |
€ 6,00 |
|
|
Gocart |
€ 4,00 |
|
|
Grasmaaier hand |
€ 3,00 |
|
|
Grasmaaier motor (excl. brandstof) |
€ 5,50 |
|
|
Handwasmachine |
€ 2,50 |
|
|
Hoeksalon 4 pers. |
€ 17,00 |
|
|
Hoeksalon 5 pers. |
€ 19,00 |
|
|
Hoeksalon 6 pers. |
€ 22,50 |
|
|
Hoeksalon 7 pers. |
€ 26,00 |
|
|
Hoelahoep |
€ 2,00 |
|
|
Hok/kooi |
€ 4,00 |
|
|
Hometrainer |
€ 5,50 |
|
|
Hoogslaper (bureau met kast onderaan) |
€ 16,50 |
|
|
Houten klaptafel |
€ 6,00 |
|
|
Houten speelbank |
€ 2,00 |
|
|
Kachel |
€ 9,00 |
|
|
Katten Krabpaal |
€ 2,00 |
|
|
Kattenbak |
€ 2,00 |
|
|
Kerstboom (kunstboom) |
€ 5,00 |
|
|
Kerstboom (kunststof – groot) |
€ 5,00 |
|
|
Kerstboom (kunststof – klein) |
€ 3,00 |
|
|
Keukenblok (max. 4 kasten + werkblad) |
€ 11,00 |
|
|
Keukentafel |
€ 6,00 |
|
|
Kinderwagen |
€ 2,00 |
|
|
Kist (hout) |
€ 2,00 |
|
|
Kleerkast |
€ 7,50 |
|
|
Kleerkast met spiegels |
€ 9,00 |
|
|
Kleerkastdeur |
€ 2,50 |
|
|
Klein materiaal |
€ 2,00 |
|
|
Kofferbak |
€ 4,00 |
|
|
Kookpan |
€ 1,00 |
|
|
Krabpaal |
€ 2,00 |
|
|
Kruiwagen |
€ 3,00 |
|
|
Kuipzetel |
€ 4,50 |
|
|
Kussens 1 zit zonder kader |
€ 5,00 |
|
|
Kussens 3 zit zetel zonder kader |
€ 9,00 |
|
|
Ladder |
€ 4,00 |
|
|
Ladenkastje (commode) |
€ 5,00 |
|
|
Lattenbodem |
€ 4,00 |
|
|
Ligzetel |
€ 2,50 |
|
|
Long chair |
€ 5,50 |
|
|
Loopfiets |
€ 4,00 |
|
|
Lounge meubilair buiten 3 zit |
€ 9,00 |
|
|
Lounge meubilair buiten hoeksalon 4 pers. |
€ 12,50 |
|
|
Lounge meubilair buiten hoeksalon 6 pers. |
€ 17,00 |
|
|
Lounge meubilair 1 zit |
€ 4,50 |
|
|
Lounge meubilair 2 zit |
€ 6,00 |
|
|
Matrasbodem |
€ 4,00 |
|
|
Maxi-cosi |
€ 2,00 |
|
|
Medicijnkastje |
€ 1,50 |
|
|
Metalen kantelpoort |
€ 7,50 |
|
|
Naaimachine |
€ 2,50 |
|
|
Nachtkastje |
€ 2,00 |
|
|
Onderzoekstafel |
€ 12,00 |
|
|
Onderzoekstafel licht |
€ 9,00 |
|
|
Pallet |
€ 2,00 |
|
|
Parasol |
€ 2,50 |
|
|
Parasol groot |
€ 5,00 |
|
|
Parasol groot |
€ 7,50 |
|
|
Parasolvoet beton |
€ 5,00 |
|
|
Petroleumkachel zonder stekker (zonder petroleum) |
€ 2,00 |
|
|
Pingpongtafel |
€ 6,50 |
|
|
Plank in hout of pvc |
€ 1,00 |
per meter |
|
Poef |
€ 5,50 |
|
|
Raam met glas (+ 1 m²) |
€ 4,00 |
|
|
Radiator |
€ 2,00 |
|
|
Regenton |
€ 4,50 |
|
|
Reisbedje (baby) |
€ 2,00 |
|
|
Rek |
€ 2,50 |
|
|
Relaxzetel |
€ 6,00 |
|
|
Rieten mand |
€ 1,50 |
|
|
Rolgordijn |
€ 1,50 |
|
|
Rolluik |
€ 4,00 |
|
|
Salontafel |
€ 5,50 |
|
|
Salontafel (marmer) |
€ 9,50 |
|
|
Schoenenkast/rek |
€ 5,00 |
|
|
Schommel |
€ 5,00 |
|
|
Schommelstoel |
€ 2,00 |
|
|
Slaapbank |
€ 7,50 |
|
|
Speelgoed (plastiek) |
€ 2,00 |
|
|
Spiegel |
€ 4,00 |
|
|
Staande klok |
€ 2,00 |
|
|
Stapelbed |
€ 6,00 |
|
|
Stoel |
€ 2,50 |
|
|
Strijkplank |
€ 2,00 |
|
|
Surfplank met toebehoren |
€ 5,50 |
|
|
Tafel (eetkamer) |
€ 6,00 |
|
|
Tafelbiljart |
€ 8,50 |
|
|
Tafelpoot |
€ 1,50 |
|
|
Tafeltennistafel |
€ 6,00 |
|
|
Tafelvoetbalspel |
€ 8,50 |
|
|
Tapijt (deurmat) |
€ 2,00 |
|
|
Tapijt groot |
€ 7,50 |
|
|
Tapijt klein |
€ 4,00 |
|
|
Tent |
€ 4,50 |
|
|
Trampoline |
€ 14,50 |
|
|
Tuinbank |
€ 5,50 |
|
|
Tuinslang |
€ 2,00 |
|
|
Tuinstoel plastiek |
€ 2,50 |
|
|
Tuinstoel/zetel |
€ 4,00 |
|
|
Tuintafel |
€ 4,00 |
|
|
Tuintafel hout |
€ 6,00 |
|
|
Tv-meubel |
€ 4,50 |
|
|
Valies |
€ 2,00 |
|
|
Vasttapijt |
€ 1,00 |
per m² |
|
Verenbak |
€ 5,50 |
|
|
Vezelplaat |
€ 1,50 |
per m³ |
|
Visput (glasvezel) |
€ 3 |
|
|
Vitrinekast |
€ 9,00 |
|
|
Vliegenraam |
€ 3,00 |
|
|
Voetbankje |
€ 2,00 |
|
|
Vuilbak (plastiek) |
€ 2,00 |
|
|
Wand (hout) |
€ 5,00 |
|
|
Wandmeubel |
€ 14,50 |
|
|
Wasbak |
€ 2,50 |
|
|
Wasmand |
€ 4,00 |
|
|
Wasrek |
€ 4,00 |
|
|
Waterbed met achterwand (zonder water) |
€ 13,50 |
|
|
WC stoel |
€ 5,00 |
|
|
Wieg |
€ 4,00 |
|
|
Zeil (plastiek) |
€ 2,00 |
|
|
Zetel 1 zit |
€ 5,50 |
|
|
Zetel 2 zit |
€ 7,50 |
|
|
Zetel 3 zit |
€ 11,00 |
|
|
Zetel 4 zit |
€ 14,50 |
|
|
Zitzak |
€ 5,00 |
|
|
Zoldertrap (hout) |
€ 7,50 |
|
|
Zwembad met filterpomp <5000 liter |
€ 5,50 |
|
|
Zwembad met filterpomp 15000l - 30000l |
€ 21,50 |
|
|
Zwembad met filterpomp 5000l - 15000l |
€ 11,00 |
|
|
Zwembad plastiek (kinderbadje) |
€ 2,00 |
|
|
Art. 2. - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan Mirom en aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Gelet op de zonale politieverordening;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat de gemeente regelmatig met sluikstorten geconfronteerd wordt;
Overwegende dat het jegens de sluikstorter vorderen van een billijke vergoeding voor de door de gemeente geleverde diensten, als maatregel van goed bestuur dient beschouwd te worden;
Art. 1. - Definitie van sluikstorten: Het wegwerpen van om het even welk voorwerp in de waterkommen, beken, grachten, gemeentelijke riolen of slikputten, in open of gesloten gronden, koeren of tuinen. Het achterlaten, opslaan of storten van afvalstoffen op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten, in overtreding van artikel 12 van het decreet van 23 december 2011.
Art. 2. - Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2023 wordt een retributie gevestigd op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente.
Art. 3. - De retributie is verschuldigd door iedere persoon die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 23 december 2011 en latere wijzigingen betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, zonale politieverordening Arro Ieper en andere wettelijke bepalingen.
Art. 4. - Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt het bedrag van deze retributie als volgt vastgesteld:
Art. 5. - Per geleverde prestatie wordt een onkostennota door de gemeentelijke diensten opgemaakt en overgemaakt aan de rekendienst.
Art. 6. - De retributie is verschuldigd na het verstrekken van de dienst en dit op basis van een door het gemeentebestuur toegezonden betalingsverzoek. De retributie dient betaald te worden via overschrijving op de bankrekening van de gemeente binnen de dertig dagen na toezending van het betalingsverzoek.
Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn, zal het verschuldigde bedrag worden ingevorderd op basis van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 of via een procedure bij de burgerlijke rechtbank.
Art. 7. - Deze beslissing wordt overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Overwegende dat voor prestaties, verricht door de gemeentelijke diensten of door een aangestelde, in opdracht van de gemeente, een retributie zal aangerekend worden;
Overwegende dat bedrijven, handelszaken en restaurants conform het KB van 01.02.1991 bewegwijzering kunnen aanvragen die door de gemeente geplaatst wordt;
Gelet op art 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Overwegende dat voor materialen, verkocht door de gemeente, een vergoeding wordt gevraagd;
Overwegende dat het gaat om prestaties die rechtstreeks ten goede komen aan een individuele burger of een bedrijf;
Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 wordt ten behoeve van de gemeente, een retributie geheven voor volgende interventies en prestaties uitgevoerd door de gemeentelijke diensten of aangestelde van de gemeente:
Art. 2. - Deze retributie wordt ten laste gelegd van de personen of instellingen die erom verzoeken of die de schade hebben berokkend.
Art. 3. - Aanpassen van het voetpad voor opritten, gelegen op het openbaar domein, gebeurt pas na het ontvangen van een goedkeurde offerte, ondertekend door de aanvrager en na overleg. Wanneer er geen voetpad aanwezig is langsheen de openbare weg, beslist het college over het tijdstip van aanleg.
Voor wat betreft art 1, punt 4, 5 worden de werken uitgevoerd na het ontvangen van een goedkeurde offerte, ondertekend door de aanvrager en na overleg.
Art. 4. - Het bedrag van deze retributie wordt als volgt vastgesteld:
Art. 5. - Per geleverde prestatie wordt een onkostennota door de gemeentelijke diensten opgemaakt en overgemaakt aan de rekendienst.
Art. 6. - De retributie is verschuldigd na het verstrekken van de dienst en dit op basis van een door het gemeentebestuur toegezonden betalingsverzoek. De retributie dient betaald te worden via overschrijving op de bankrekening van de gemeente binnen de dertig dagen na toezending van het betalingsverzoek.
Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn, zal het verschuldigde bedrag worden ingevorderd op basis van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 of via een procedure bij de burgerlijke rechtbank.
Art. 7. - Deze beslissing wordt overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Gelet op het gemeentelijk reglement houdende inname openbaar domein goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2015;
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Overwegende dat door de inname van openbaar domein er enige hinder kan ontstaan;
Overwegende dat het wenselijk is voor een vaste standplaats van frituren, viskramen en verkoopsautomaten een afzonderlijk plaatsrecht te bepalen;
Overwegende dat het billijk lijkt om een onderscheid te maken in prijs tussen verkoopkramen die de gemeentelijke foorkasten gebruiken en diegenen die deze niet gebruiken;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2023 tot 31 december 2023 zal een plaatsrecht
Wanneer vastgesteld wordt dat de inname openbaar domein werd ingenomen zonder voorafgaande vergunning, wordt dit bestraft met een administratieve sanctie, zoals voorzien in de zonale politieverordening.
Art. 2. - De betaling van de verschuldigde retributie geschiedt aan de financieel beheerder als volgt:
Art. 3. - Vrijstelling wordt verleend voor het plaatsen van ceremoniewagens naar aanleiding van huwelijk, begrafenis, jubileum;
Art. 4. - De retributie wordt betaald binnen de dertig dagen vanaf verzending van de factuur.
Art. 5. - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Gelet op het gemeentelijk reglement houdende inname openbaar domein goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2015;
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40, 41, 286, 288;
Overwegende dat door de inname van openbaar domein er enige hinder kan ontstaan;
Gelet op het proces-verbaal de commodo et incommodo waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend;
Raadslid Ward Gillis merkt op dat er hier opnieuw een belastingsverhoging is en meldt een aantal tegenstrijdigheden op in het reglement. Deze worden ter zitting aangepast.
Art. 1. - Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 wordt ten behoeve van de gemeente, een belasting geheven op het gebruik van het openbaar domein voor het uitvoeren van bouwwerken, meer bepaald het stapelen van materialen en grondstoffen, het plaatsen van machines en werktuigen, van stellingen, containers, werfketen, verkoopsburelen en dergelijken, al dan niet met schutting of hekkens afgezet.
Art. 2. - Deze belasting is verschuldigd door de persoon, vereniging of vennootschap die het openbaar domein in gebruik neemt. De ingebruiknemer, de uitbater en de eigenaar zijn solidair verantwoordelijk.
Art. 3. - Degenen die het uitvoeren van bouwwerken van de in artikel 1 niet-limitatief opgesomde voorwerpen op het openbaar domein wensen te plaatsen, moeten hiervoor voorafgaandelijk over de bij reglement voorgeschreven vergunning beschikken. In hun aanvraag moeten zij de juiste ligging vermelden, alsmede de lengte en, naargelang het geval, de uitsprong en de breedte van de gewenste bezetting. Elke wijziging die naderhand aan deze bezetting wordt aangebracht moet binnen de 24 uren aan het college van Burgemeester en Schepenen worden meegedeeld.
Art. 4. - De aanslag gebeurt op basis van de door het gemeentebestuur afgeleverde vergunning of volgens de gegevens waarover het bestuur beschikt. Het belasten van de niet-vergunde oppervlakten geeft de belastingschuldige niet het recht deze ruimte ook in de toekomst in te nemen. De controle wordt gedaan door de afgevaardigden van het gemeentebestuur. De belasting blijft voor de volledige duur van de bezetting van het openbare domein ten laste van de vergunningshouder.
Art. 5. - Voor het innemen van een gedeelte van het openbaar domein met het oog op het uitvoeren van werken aan een gebouw of nieuwbouw is volgende belasting verschuldigd:
Deze belasting is verschuldigd voor elke uitsprong op de rooilijn voor ten minste 1 meter. Voor de verrekening van de duur gelden volgende principes:
Art. 6. - Wanneer de bevoegde ambtenaar vaststelt dat men over geen vergunning beschikt of dat de toegestane termijn voor het bezetten van het openbaar domein is overschreden zonder dat de schriftelijke aanvraag tot verlenging werd ontvangen, wordt een administratieve gasboete opgelegd conform het zonaal politiereglement.
Art. 7. - Het innemen van een gedeelte van het openbaar domein is vrij van belasting voor:
Art. 8. - De belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting ingevorderd bij middel van een kohier, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Art. 9. - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar niet heeft goedgekeurd.
Art. 10. - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Vanuit de vaststelling dat de huidige gemeentelijke woonpremies
kwam in september 2022 een werkgroep samen om het premiestelsel te hervormen.
In een eerste fase werd het aanbod aan ondersteunende maatregelen op zowel lokaal, regionaal, provinciaal, Vlaams en federaal niveau in kaart gebracht en werden de gemeentelijke premies geëvalueerd.
Vervolgens werden, vertrekkende vanuit de acties uit het bestuursakkoord, de doel(en)(groepen) bepaald:
In de werkgroep van oktober 2022 werden verschillende opties vanuit andere steden en gemeenten voorgesteld die inspirerend kunnen zijn voor de vormgeving van het eigen premiestelsel.
Gelet op artikels 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
De financiering van de nieuwe premies gebeurt door middel van een verschuiving van de budgetten van de nog reeds lopende premies die opgeheven worden (cf. Zonneboilerpremie en gemeentelijke huisvestingspremie).
Voor de vormgeving van de nieuwe premies en maatregelen om kwalitatief, betaalbaar en duurzaam wonen in Moorslede mogelijk te maken, werden onderstaande factoren in rekening gebracht. De premies zijn:
Doelstelling van de verbeteringspremie voor een private huurwoning: Kleine private verhuurders aanzetten om hun huurpand kwalitatief in de markt te zetten, mits het behouden van de betaalbaarheid van de huurprijs voor de huurder en het in stand houden van de private huurmarkt.
Voor wie: Kleine verhuurders die een private huurwoning ouder dan 30 jaar willen verbeteren.
Impact: Bevorderen van de woningkwaliteit van de private huurwoningen waarbij de huurmarkt wordt in stand gehouden door de voorwaarde van verhuur voor minimum 9 jaar en de kosten van de renovatie niet doorgerekend worden aan de huurder (verhoging van de huurprijs na renovatie met max. 5%). Bovendien zal de energiefactuur van de huurder dalen en worden de huurwoningen ook voorbereid richting de normen van 2050.
Raadslid Ward Gillis merkt op dat het reglement zich richt op natuurlijke personen en rechtspersonen; Rechtspersonen kunnen reeds kosten inbrengen en zijn niet de kleine private verhuurders. Ook eigenaars met meerdere woningen behoren niet tot de kleine private huurders.
Raadslid Ward Gillis stelt voor om de rechtspersonen weg te laten.
Voorstel wordt aanvaard om rechtspersonen te schrappen.
Schepen Sherley Beernaert geeft mee dat er steekproefgewijs woningen worden gecontroleerd om na te zien of de huur niet meer dan 5% zal stijgen.
Raadslid Ward Gillis vraagt wie beslist over de terugvordering?
Schepen Sherley Beernaert meldt dat dit het schepencollege is, na advies van de woondienst.
Raadslid Ward Gillis stelt voor om een overgangsregeling op te nemen.
Schepen Sherley Beernaert meldt dat deze regeling opgenomen is in het reglement.
PRO had graag gezien dat gekozen werd voor de eigenaars met een bescheiden huisje, hier is enkel gekozen voor verhuurders; tevens zijn de budgetten beperkt. PRO gaat zich onthouden.
Art. 1. - Doelstelling
De gemeente Moorslede heeft de ambitie om kwalitatief wonen voor elke burger mogelijk te maken. Eén vijfde van het totaal aantal private huishoudens in Moorslede zijn huurders. Hoewel huurwoningen onderhevig zijn aan de minimale kwaliteitseisen zoals gedefinieerd in de Vlaamse Codex Wonen, blijken in de praktijk nog niet alle huurwoningen hieraan te beantwoorden. Moorslede wenst daarom de huurmarkt te ondersteunen om de beoogde eisen te realiseren en zal hiervoor gericht private verhuurders financieel stimuleren en begeleiden. Zo wil de gemeente het huurpatrimonium kwalitatief gaan verbeteren, de energiefactuur voor de huurders te gaan verlagen, de huurmarkt in stand trachten te houden en de huurwoningen energiezuinig maken.
In dit reglement worden de voorwaarden, de werken, de omschrijving van de doelgroep en de aanvraagprocedure omschreven waaraan moet voldaan worden om als verhuurder de premie te kunnen verkrijgen voor de renovatie van een private huurwoning.
Art. 2. - Territoriaal toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing voor woningen gelegen op het grondgebied Moorslede.
Art. 3. - Definities
Art. 4. - Doelgroep
De rechthebbenden zijn verhuurders die een woning verhuren in de gemeente Moorslede.
Art. 5. - Voorwaarden
Verhuurders hebben recht op de premie indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Art. 6. - Werken
Volgende werken worden in aanmerking genomen voor het toekennen van de premie:
Art. 7. - Bedrag van de premie
Art. 7.1. - Aanvraag vóór aanvang van de werken
Voor wie de premie aanvraagt vóór aanvang van de werken bedraagt deze 1/4 van de kostprijs van de aanvaarde minimumfactuur van € 5 000 incl. btw. Het totale premiebedrag kan maximaal € 2 000 bedragen.
EPC-Bonus: Verhuurders van wie de huurwoning na renovatie een EPC-label A heeft behaald, krijgen een verhoging van de premie met 15%.
Art. 7.2. - Aanvraag na de werken of bij verhuring via het Sociaal Verhuurkantoor
Voor wie de premie aanvraagt na de werken of verhuurt via het Sociaal Verhuurkantoor bedraagt deze 1/4 van de kostprijs van de aanvaarde minimumfactuur van € 5 000 incl. btw. Het totale premiebedrag kan maximaal € 1 000 bedragen.
Art. 8. - Procedure
De premie wordt aangevraagd via de regionale Woondienst. De premie kan slechts 1 keer worden aangevraagd per huurwoning en bedraagt maximum € 2 000.
Artikel 8.1. - Aanvraag vóór aanvang van de werken
De eigenaar-verhuurder kan genieten van 1/4 van het factuurbedrag met een maximum van € 2 000. De minimumfactuur dient € 5 000 incl. btw te bedragen.
De eigenaar-verhuurder stemt aan de hand van een intentieverklaring in met een vooronderzoek van zijn huurwoning. Gelijktijdig met het vooronderzoek in uitvoering van de premieaanvraag wordt de procedure woningkwaliteit (Cf. Vlaamse Codex Wonen) opgestart voor zover tijdens het vooronderzoek 7 kleine gebreken categorie I of meer worden vastgesteld.
Op basis van de vastgestelde gebreken kan de eigenaar-verhuurder een premie krijgen voor bouwonderdelen die in artikel 6 opgesomd staan. De premie kan worden verkregen voor zover de facturen van de gedane werken te rekenen vanaf de aanvraagdatum niet ouder zijn dan 2 jaar.
Indien de huurwoning na renovatie een EPC-label A heeft behaald, komt er bovenop de premie nog een EPC-bonus gelijk aan een verhoging van 15% van de premie.
Artikel 8.2. - Aanvraag na de werken
De eigenaar-verhuurder kan genieten van 1/4 van het faktuurbedrag met een maximum van € 1 000. De minimumfactuur dient € 5 000 incl. btw te bedragen.
Bij een aanvraag na de werken kan alsnog een premie worden verkregen voor de bouwonderdelen zoals vermeld in artikel 6 voor zover:
- De facturen dateren van na de datum van inwerkingtreding van het reglement en deze facturen niet ouder zijn dan 2 jaar;
- Wordt voldaan aan de voorwaarden zoals opgesomd in artikel 5.
Art. 9. - Uitbetaling van de premie
De premie wordt uitbetaald na het voorleggen van:
Art. 10. - Huurprijs
Na uitvoering van de werkzaamheden dient de woning voor ten minste 9 jaar verhuurd te worden onder volgende voorwaarden:
Deze voorwaarden worden door de verhuurder ter kennis gesteld van de huurder en toegevoegd aan het huurcontract.
Art. 11. - Huurtermijn
Indien de woning wordt verkocht binnen de 9 jaar na toekenning van de premies en/of de vastgelegde huurtermijn wordt vroegtijdig opgeschort, de woning wordt na uitvoering van de werken niet opnieuw verhuurd of de eerstvolgende huurprijsherziening bedraagt meer dan 5% t.o.v. de laatste geïndexeerde huurprijs, dan wordt een boete opgelegd in verhouding tot de niet uitgevoerde huurtermijn. Er mag een maximumperiode van zes maanden zijn tussen twee verhuringen. Deze boete is ten laste van de eigenaar die de werken uitvoerde en de premies ontving.
Voorbeeld: Na uitvoering van de werken wordt de woning voor 9 jaar verhuurd. Na 3 jaar wordt de verhuring stopgezet en beslist de eigenaar om de woning te verkopen. Een termijn van 6 jaar huur werd bijgevolg niet uitgevoerd. Dit betekent dat 2/3 van de huurtermijn niet werd nageleefd. De boete bedraagt in dit voorbeeld 2/3 terugbetaling van de toegekende premie. Deze boete is ten laste van de eigenaar die de werken uitvoerde en de premies ontving.
Art. 12. - Controle en Beroep
In toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de toekenning en aanwending van subsidies, is de begunstigde van de subsidie ertoe gehouden:
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavig reglement.
Alle betwistingen over de toepassing van dit reglement worden beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen. Betwistingen moeten, binnen één maand na kennisgeving van de beslissing over de aanvraag van de subsidie aan de subsidieaanvrager, per aangetekende brief of afgifte tegen ontvangstbewijs gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, Marktplaats 1, 8890 Moorslede. De postdatum of datum op het ontvangstbewijs gelden als bewijs.
Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan een beroep tot vernietiging bij de Raad van State worden ingesteld. Dit beroep dient bij aangetekend schrijven binnen een termijn van 60 dagen, met ingang van de datum van ontvangst van de kennisgeving van deze beslissing, aan de Raad van State te worden ingediend.
Art. 13. - Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 01 januari 2023 en geldt voor de duur van 2 jaar, met een mogelijkheid tot eventuele verlenging na evaluatie.
Art. 14. - Bekendmaking
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Art. 15. - Het reglement 'gemeentelijke huisvestingspremie', zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2015, wordt opgeheven op 1 januari 2023.
Uitbetalingen van goedgekeurde huisvestingspremies op basis van het reglement 'gemeentelijke huisvestingspremie' kunnen nog aangevraagd worden tot 31 december 2023.
Art. 16. - Het reglement betreffende de gemeentelijke toelage voor het plaatsen van een zonneboiler voor warmwaterproductie zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 november 2010 wordt opgeheven met ingang van 01 januari 2023.
Vanuit de vaststelling dat de huidige gemeentelijke woonpremies
kwam in september 2022 een werkgroep samen om het premiestelsel te hervormen.
In een eerste fase werd het aanbod aan ondersteunende maatregelen op zowel lokaal, regionaal, provinciaal, Vlaams en federaal niveau in kaart gebracht en werden de gemeentelijke premies geëvalueerd.
Vervolgens werden vertrekkende vanuit de acties uit het bestuursakkoord de doel(en)(groepen) bepaald:
In de werkgroep van oktober 2022 werden verschillende opties vanuit andere steden en gemeenten voorgesteld die inspirerend kunnen zijn voor de vormgeving van het eigen premiestelsel.
Gelet op artikels 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
De financiering van de nieuwe premies gebeurt door middel van een verschuiving van de budgetten van de nog reeds lopende premies die opgeheven worden (cf. Zonneboiler en gemeentelijke huisvestingspremie).
Voor de vormgeving van de nieuwe premies en maatregelen om kwalitatief, betaalbaar en duurzaam wonen in Moorslede mogelijk te maken, werden onderstaande factoren in rekening gebracht. De premies zijn:
Doelstelling van de prefinanciering van Mijn verbouwpremie: Eigenaars die zouden kunnen renoveren net omdat er premies zijn, maar door de late uitbetalingstermijnen niet zelf de investeringsmiddelen hebben om de facturen te kunnen voorschieten, extra ondersteunen door middel van een renteloze vooruitbetaling van Mijn verbouwpremie.
Voor wie: Eigenaars van een woning ouder dan 30 jaar en behoren tot de laagste inkomensgroep kunnen 35% van Mijn verbouwpremie krijgen.
Impact: Renovatie bewerkstelligen bij eigenaars met minder financiële middelen met oog op het realiseren van de renovatiedoelstellingen, de verbetering van het wooncomfort en de woningkwaliteit en de verlaging van de energiefactuur.
Raadslid Ward Gillis vraagt of het wel nodig is om hier een rem op te zetten en pleit om hier de rem van het budget weg te laten.
Schepen Sherley Beernaert meldt dat na evaluatie dit kan weggelaten worden.
Art. 1. - Doelstelling
Gemeente Moorslede wil kwalitatief en betaalbaar wonen waarmaken. Daarnaast wil de gemeente ook werken aan het energiezuinig renoveren van wooneenheden.
Ondanks de financiële ondersteuningsmaatregelen vanuit Vlaanderen zoals Mijn Verbouwpremie, kunnen sommige eigenaars zich een doorgedreven renovatie niet altijd veroorloven. De drempel zit hierbij hoofdzakelijk in het feit dat de premie pas 1 jaar na de uitvoering van de werken kan worden ontvangen. Zelf ontbreekt het de eigenaar-bewoners aan de middelen om de te betalen facturen meteen helemaal zelf te kunnen voorschieten. Indien de premie sneller zou kunnen worden verkregen, zou het voor deze groep wel haalbaar zijn energiezuinige renovatiewerken uit te voeren. Sinds 1 september 2022 kan beroep worden gedaan op Mijn Verbouwlening om deze uitbetalingstermijn te overbruggen. Niettemin zijn er groepen die hiervoor niet in aanmerking kunnen komen. Om deze groep extra financieel te kunnen ondersteunen voorziet de gemeente een prefinanciering op de Mijn Verbouwpremie.
Art. 2. - Territoriaal toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing voor woningen gelegen op het grondgebied Moorslede.
Art. 3. - Definities
Art. 4. - Doelgroep
De rechthebbenden zijn eigenaar-bewoners die een woning bewonen op het grondgebied zoals gedefinieerd onder artikel 2.
Art. 5. - Voorwaarden
Art. 6. - Werken
Alle werken die in aanmerking komen voor Mijn Verbouwpremie kunnen worden geprefinancierd (zie reglement Mijn Verbouwpremie).
Art. 7. - Bedrag van de prefinanciering
Het bedrag van de prefinanciering bedraagt 35% van de aanvaarde kostprijs van de werken (exclusief btw) met een maximum van € 5 000.
Art. 8. - Procedure
De aanvraag dient te gebeuren vóór aanvang van de werken bij de regionale Woondienst. De Woondienst bezorgt de aanvraag aan het Energiehuis om na te gaan of de aanvrager in aanmerking kan komen voor Mijn Verbouwlening. Indien de aanvrager niet in aanmerking komt voor Mijn Verbouwlening of geen Mijn Verbouwlening wenst af te sluiten, controleert de Woondienst of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de Mijn Verbouwpremie en de prefinanciering.
De aanvrager bezorgt de Woondienst de offertes van de geplande werken. Op basis van deze offertes wordt een eerste berekening gemaakt door middel van de simulator van de mogelijke Mijn Verbouwpremie die voor deze werken zou kunnen worden verkregen. Dit richtbedrag wordt ter informatie gecommuniceerd naar de aanvrager. Dit is louter informatief.
Voorschotfacturen kunnen na ontvangst door de aanvrager ingediend worden bij de Woondienst, zodat het dossier voor de prefinanciering kan worden opgestart. De voorschotfactuur wordt door middel van de prefinanciering rechtstreeks betaald aan de aannemer. Indien de voorschotfactuur hoger is dan het maximum prefinancieringsbedrag van € 5 000, dient de aannemer de voorschotfactuur op te splitsen in 2 aparte voorschotfacturen, waarbij het maximaal prefinancieringsbedrag van € 5 000 wordt betaald door de gemeente en het overige bedrag wordt betaald door de aanvrager.
Slotfacturen kunnen na volledige afronding van de werken bijkomend worden ingediend voor de prefinanciering, voor zover het maximaal bedrag van € 5.000 nog niet volledig werd aangewend voor de betaling van de voorschotfacturen.
De Woondienst verricht de aanvraag voor Mijn Verbouwpremie via het digitaal loket.
Zowel voor, tijdens als na de werken kan door de Woondienst een controlebezoek worden uitgevoerd.
Art. 9. - Terugbetaling van de prefinanciering
De Woondienst berekent het prefinancieringsbedrag op basis van de effectieve voorschot- of eindfacturen. De terugbetaling door de aanvrager gebeurt rechtstreekse via storting van Mijn Verbouwpremie op het rekeningnummer van de gemeente:
Bv. Gemeente prefinanciert = € 2 000
Premie = € 2 500 en komt rechtstreeks terecht op rekening van de gemeente
Gemeente stort € 500 terug op rekening aanvrager
Bv. gemeente prefinanciert = € 2 000
Premie = € 1 500
Aanvrager dient € 500 terug te storten naar de gemeente
De uitbetaling van deze premie geschiedt binnen de perken van de in het meerjarenplan voorziene kredieten.
Art. 10. - Controle en beroep
In toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de toekenning en aanwending van subsidies, is de begunstigde van de subsidie ertoe gehouden:
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavig reglement.
Alle betwistingen over de toepassing van dit reglement worden beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen. Betwistingen moeten, binnen één maand na kennisgeving van de beslissing over de aanvraag van de subsidie aan de subsidieaanvrager, per aangetekende brief of afgifte tegen ontvangstbewijs gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, Marktplaats 1, 8890 Moorslede. De postdatum of datum op het ontvangstbewijs gelden als bewijs.
Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan een beroep tot vernietiging bij de Raad van State worden ingesteld. Dit beroep dient bij aangetekend schrijven binnen een termijn van 60 dagen, met ingang van de datum van ontvangst van de kennisgeving van deze beslissing, aan de Raad van State te worden ingediend.
Art. 11. - Dit reglement treedt in werking op 01 januari 2023 en geldt voor de duur van 2 jaar, met een mogelijkheid tot eventuele verlenging na evaluatie.
Art. 12. - Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het koninklijk besluit van 01 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg;
Overwegende dat het lokaal bestuur Moorslede de toegankelijkheid van en de veiligheid aan het speelbos en domein Grimmertinge wenst te verhogen door een autovrij/-luwe zone te creëren die enkel toegankelijk is voor voetgangers, fietsers en bestemmingsverkeer;
Overwegende dat de autovrije/-luwe zone afgezet wordt met inzinkbare palen en dat de toegangsvoorwaarden tot deze zone via dit reglement wordt bepaald;
Gelet op het gunstig advies van de Sportraad op dinsdag 27 september 2022;
Gelet op het gunstig advies van de Algemene Vergadering Jeugdraad op zondag 16 oktober 2022.
Raadslid Margaux Vandekerckhove vraagt hoe dit concreet in zijn werk gaat voor de hulpdiensten?
Art. 1. - Om de toegankelijkheid van en de veiligheid aan het speelbos en domein Grimmertinge te verhogen, worden aan jeugdcentrum De 4link twee automatisch inzinkbare palen geplaatst zodat het gemotoriseerd verkeer er zoveel mogelijk geweerd wordt.
Art. 2. - Voor bepaalde categorieën gebruikers/voertuigen is het noodzakelijk dat men toch door deze autovrije/-luwe zone kan rijden. In dit reglement wordt vastgelegd wie toegang kan krijgen tot deze zone, m.a.w. wie een nummerregistratie kan aanvragen om toch door deze autovrije/-luwe zone te rijden en hoe dit geregeld wordt.
Art. 3. - In deze autovrije/-luwe zone zijn alle gebruikers gebonden aan de volgende verkeersregels:
Art. 4. - Voor de selectieve doorgang via herkenning gsm-nummer dienen modaliteiten vastgelegd te worden aangaande het afleveren van de toelating en het gebruik ervan.
Art. 5. - De verkeerssignalisatie op de hoek Molenstraat/Iepersestraat wordt overeenkomstig de bepalingen van dit reglement toegepast.
Art. 6. - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de praktische uitvoering van dit besluit.
Art. 7. - Ongeacht de reden van gebruik van de automatisch inzinkbare palen kan per toelating slechts één gsm-nummer geregistreerd worden.
Art. 8. - Een toelating zal enkel en alleen verkregen kunnen worden als aan de toepassingsvoorwaarden van dit reglement voldaan worden.
Art. 9. - Het gemeentebestuur stelt aan de gebruiker bij afgifte van de toelating het contactnummer ter beschikking teneinde de automatisch inzinkbare palen te kunnen bedienen door het telefonisch inbellen van het contactnummer. Dit contactnummer geeft aan de gebruiker het recht om de verbindingsweg te betreden met een gemotoriseerd voertuig.
Art. 10. - Volgende categorieën kunnen een aanvraag tot toelating indienen:
Art. 11. - Voor de 1e vier categorieën hierboven vermeld, is de toelating één jaar geldig. Jaarlijks wordt de actuele lijst van gsm-nummers van de gebruikers gecontroleerd en geüpdatet, waarna de toelating dan automatisch met één jaar vernieuwd wordt.
Art. 12. - Toelatingen worden ge(de)activeerd door de Sportdienst Moorslede.
Art. 13. - Op de elektriciteitskast nabij de inzinkbare palen staat het telefoonnummer van de aannemer voor melding van technische problemen. Met alle andere vragen kan men terecht op volgende e-mailadres: sportdienst@moorslede.be.
Art. 14. - Onder misbruik wordt in elk geval verstaan:
Art. 15. - Indien sprake is van misbruik van het contactnummer kan het college van burgemeester en schepenen het gsm-nummer van de gebruiker éénzijdig programmatorisch laten blokkeren en kan gedurende het lopende en het daaropvolgende kalenderjaar geen nieuwe toelating worden verleend.
Art. 16. - Het enkele feit dat de automatisch inzinkbare palen in open positie (naar beneden) staan, betekent niet dat er een toelating werd of wordt verleend in de zin van dit reglement. De bestuurder die zich op dat ogenblik met een voertuig in de autovrije/-luwe zone begeeft, doet dit op eigen verantwoordelijkheid. Deze bestuurder zal zich nooit kunnen beroepen op het feit dat het neerlaten van de inzinkbare palen gelijk zou staan met een toegangsbewijs tot de autovrije/-luwe zone.
Art. 17. - Het contactnummer van de automatisch inzinkbare palen is niet overdraagbaar.
Art. 18. - Bij een evenement op domein Grimmertinge kan gemeente Moorslede, in functie van de bereikbaarheid van het domein (nieuwe in- en uitrijbewegingen), de werking van de inzinkbare palen tijdelijk aanpassen. Aan de gebruikers (zowel voetgangers als geregistreerde gebruikers) wordt in die gevallen gevraagd zich aan te passen aan de tijdelijke niet-toegankelijkheid voor de duur van het evenement.
Art. 19. - Indien het verkeersbelang, het belang van de openbare orde of veiligheid of andere al dan niet dringende omstandigheden dat noodzakelijk maken, is het mogelijk tijdelijk in de autovrije/-luwe zone afwijkende maatregelen te treffen.
Art. 20 - De politie is belast met het toezicht op de uitvoering en naleving van dit reglement.
Art. 21. - Overtredingen worden vastgesteld en gesanctioneerd volgens de geldende wetgeving voorzien in het KB van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende politie over het wegverkeer.
Art. 22. - Enkel het college van burgemeester en schepenen kan een afwijking op de voorschriften opgenomen in dit reglement toestaan.
Art. 23. - Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 24. - Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de bevoegde overheden.
In artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur staat o.a. het volgende te lezen:
"De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor:
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
2° het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau over de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten."
Gelet op het rapport opgemaakt door de financieel directeur op 01 december 2022;
Art. 1. - De financiële rapportage, toestand t.e.m. 01 december 2022, zoals voorgelegd door de financieel directeur wordt goedgekeurd.
Art. 2. - Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur.
Verdeelsleutel
De politiezones worden gefinancierd via 2 grote groepen van toelagen, enerzijds via de federale toelagen en anderzijds via de gemeentelijke bijdragen. Voor de PZ Arro Ieper is de verhouding momenteel 55% federale toelage en 45% gemeentelijke dotatie.
De federale dotatie bestaat uit een financieringsmechanisme op basis van 2 principes:
De gemeentelijke dotatie wordt bepaald op basis van een consensus in onderling overleg of op basis van de standaard verdeelsleutel. De standaard verdeelsleutel bestaat uit:
Bij de oprichting van de politiezone PZ Arro Ieper werd de standaard verdeelsleutel toegepast en deze is als volgt:
totaal netto belastbaar inkomen | totaal kadastraal inkomen | KUL-norm | niet geactualiseerde verdeelsleutel | |
20% | 20% | 60% | % | |
Ieper | 28,1797 | 34,6101 | 34,98 | 33,63 |
Heuvelland | 5,7671 | 5,0291 | 7,09 | 6,62 |
Poperinge | 14,7926 | 14,9186 | 15,99 | 15,68 |
Wervik | 14,0465 | 9,592 | 13,29 | 13,12 |
Staden | 8,9023 | 9,7606 | 6,46 | 7,61 |
Langemark-Poelkapelle | 6,1385 | 7,8616 | 4,68 | 5,26 |
Vleteren | 2,5878 | 2,1714 | 2,32 | 2,36 |
Zonnebeke | 9,8756 | 8,6935 | 7,59 | 7,96 |
Moorslede | 9,0643 | 6,9838 | 6,88 | 7,13 |
Mesen | 0,6456 | 0,3792 | 0,72 | 0,62 |
100,00 | 100,00 | 100,00 | 100,00 |
De cijfers van het netto belastbaar inkomen en het totaal kadastraal inkomen dateren nog van bij de oprichting van de politiezone en zijn dus niet meer actueel.
Op het politiecollege van 17 juni 2022 en op de politieraad van 13 oktober 2022 werd een unanieme consensus bereikt om de huidige verdeelsleutel te actualiseren voor de delen die kunnen geactualiseerd worden, namelijk het netto belastbaar inkomen en het kadastraal inkomen. De KUL-norm ligt vast bij koninklijk besluit.
De systematiek van de huidige verdeelsleutel blijft dus behouden maar de eerste 2 luiken (kadastraal inkomen en belastbaar inkomen) worden geactualiseerd met de meest recente cijfers van statbel (Belgisch instituut voor statistiek).
Het voorstel en de consensus is om de geactualiseerde verdeelsleutel te laten ingaan vanaf 2025 en vanaf 2023 een geleidelijke jaarlijkse overgang te voorzien van de huidige verdeelsleutel naar de geactualiseerde verdeelsleutel cfr. tabel hieronder.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Ieper | 33,63 | 33,60 | 33,58 | 33,55 |
Heuvelland | 6,62 | 6,55 | 6,48 | 6,41 |
Poperinge | 15,68 |
15,63 | 15,58 | 15,54 |
Wervik | 13,12 | 12,98 | 12,84 | 12,70 |
Staden | 7,61 | 7,61 | 7,61 | 7,61 |
Langemark-Poelkapelle | 5,26 | 5,38 | 5,49 | 5,61 |
Vleteren | 2,36 | 2,35 | 2,35 | 2,34 |
Zonnebeke | 7,96 | 8,07 | 8,17 | 8,27 |
Moorslede | 7,13 | 7,20 | 7,27 | 7,34 |
Mesen | 0,62 | 0,63 | 0,63 | 0,64 |
100,00 | 100,00 | 100,00 | 100,00 |
Voor de jaren na 2025 is de verdeelsleutel van 2025 van toepassing tenzij deze opnieuw wordt geactualiseerd.
Toelage 2023
De tweede begrotingswijziging 2022 en de begroting 2023 van de politiezone PZ 5462 Arro Ieper werden ter goedkeuring voorgelegd aan de politieraad van 8 december 2022.
In 2020 werd reeds een evolutie van de exploitatietoelage bepaald op basis van de toen gekende gegevens. In de evolutie van het meerjarenplan was er voor 2022 een indexering van de exploitatietoelagen van de steden/gemeenten aan de politiezone Arro Ieper voorzien van 1,5% t.o.v. 2021, voor het jaar 2023 1,75 % en voor de jaren 2024 en 2025 2%.
Ook de politiezones ontsnappen echter niet aan de kosten van stijgende inflatie met de opeenvolgende spilindexen voor de lonen en met de stijgende energiekosten. De stijging van de personeelskosten volgens de inflatievooruitzichten van het planbureau van 8 november 2022 bedraagt in 2022 9,1% t.o.v. 2021 en 5,6% in 2023 t.o.v. 2022. Bovendien is er voor de komende jaren een te verwachte stijging van de loonuitgaven onder meer door stijging in de geldelijke loopbaan, door een verhoging van de patronale pensioenbijdragen voor statutaire personeelsleden en door de invoegetreding van het nieuw sectoraal akkoord van de geïntegreerde politie. De gekoppelde federale dotatie ligt slechts voor 1 jaar vast waardoor het onzeker is wat de evolutie van de federale dotatie op termijn zal zijn.
In de tweede begrotingswijziging 2022 (politieraad van 8 december 2022), wijzigt de bijdrage van de steden en gemeenten voor de politiezone Arro Ieper niet gezien het deficit wordt opgevangen met de eigen gecumuleerde middelen van voorbije jaren.
In de begroting 2023 (eveneens politieraad op 8 december 2022) blijven de vooropgestelde percentages van de exploitatietoelage van het meerjarenplan gelijk (dus + 1,75% t.o.v. 2022), doch aangepast aan de nieuwe verdeelsleutel. De stijging van de kosten wordt enerzijds mee gefinancierd door het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren en anderzijds wordt er vanaf 2023 een investeringstoelage ingevoerd om de investeringen te financieren. Dit maakt dat de stijging van de kosten niet extra wegen op de autofinancieringsmarge van de steden gemeenten maar dat dit ten laste komt van de investeringsrubriek en kasbasis van de gemeenten.
Voor 2023 zijn de dotaties dan als volgt:
Toelage exploitatie | Toelage investering | ||
2023 |
|
||
Ieper | 33,60 | 3.630.358 | 302.445 |
Heuvelland | 6,55 | 707.478 | 58.940 |
Poperinge | 15,63 |
1.688.458 | 140.665 |
Wervik | 12,98 | 1.402.561 | 116.847 |
Staden | 7,61 | 822.225 | 68.500 |
Langemark-Poelkapelle | 5,38 | 581.002 | 48.403 |
Vleteren | 2,35 | 254.017 | 21.162 |
Zonnebeke | 8,07 | 871.309 | 72.589 |
Moorslede | 7,20 | 777.783 | 64.797 |
Mesen | 0,63 | 67.842 | 5.652 |
100,00 | 10.803.034 | 900.000 |
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid;
Gelet op het KB van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone;
Gelet op het KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politie;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de wet van 7 december 1998 voornoemd, die bepaalt dat de gemeenten het tekort van de politiezone dienen te dragen;
Gelet op de tweede begrotingswijziging 2022 en de begroting 2023 van de politiezone Arro Ieper van de politieraad van 8 december 2022;
Gelet op het dat voor de tweede begrotingswijziging 2022 er geen wijziging in de toelage wordt voorzien;
Gelet op het feit dat de begroting 2023 een indexering voorziet van de exploitatietoelage van de steden/gemeenten aan de politiezone met 1,75% ten opzichte van de toelage 2022 en aangepast met de nieuwe verdeelsleutel;
Gelet op het feit dat voor de begroting 2023 een investeringstoelage is voorzien volgens de nieuwe verdeelsleutel;
Gelet op het unaniem positief advies inzake de wijziging van de verdeelsleutel in politiecollege en politieraad;
Gelet op het positief advies van het politiecollege en van de begrotingscommissie;
Art. 1. - De gemeenteraad keurt de verdeelsleutel voor de jaren 2022-2025 en verder zoals hierboven voorgesteld in de verklarende nota goed.
Art. 2. - De gemeenteraad keurt de bijdrage van gemeente Moorslede zoals ingeschreven in de begrotingswijziging 2022 en in de begroting 2023 van de politiezone Arro Ieper en hierboven vermeld in de tabel van de verklarende nota goed en deze worden ingeschreven in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing van de gemeente Moorslede.
Art. 3. - Dit besluit wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de heer gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en een afschrift wordt bezorgd aan de bijzondere rekenplichtige van de politiezone en aan de financieel directeur.
Gelet op het reglement van orde betreffende het goedkeuren van de notulen en het zittingsverslag der vorige vergadering, zijnde 24 november 2022;
Overwegende dat tijdens de zitting geen opmerkingen gemaakt werden;
De notulen en het zittingsverslag der vorige zitting worden goedgekeurd.
Namens Gemeenteraad,
Kristof Vander Stichele
Algemeen directeur
Pol Verhelle
Voorzitter